tekst

Let me google that for you

Miks Mitrēvics + Kristīne Kursiša

MIKS MITRĒVICS + KRISTīNE KURSIŠA
Let me google that for you
18.01.2014 > 09.03.2014

Deze tentoonstelling draagt de titel van een langlopend samenwerkingsproject tussen de Letse kunstenaars Miks Mitrēvics (°1980) en Kristīne Kursiša (°1979), die sinds 2003 op onregelmatige basis samenwerken. De stamcel van dit project is een soort van persoonlijk dagboek dat opgebouwd is uit een compilatie van dagelijkse observaties, foto’s, notities en kanttekeningen, gemaakt in verschillende steden, op diverse tijdstippen en in allerlei omstandigheden. De inkanteling van fragmenten uit het persoonlijke dagelijkse leven van de kunstenaars in hun artistiek traject, heeft gaandeweg zowel de privésfeer als de volledige artistieke ruimte ingepalmd als een vorm van creatieve fotosynthese.

Fragmenten van een dialoog tussen Miks Mitrēvics en Kristīne Kursiša uit het boek Seven Thursdays. A Dialogue for Two. dat in februari 2014 verschijnt.

KK:
Kan je mij wat over het project vertellen?

MM:
Twee Noorse kunstenaars die een onafhankelijk project organiseerden in Fitjar (NO) zochten contact met mij. De locatie bestemd voor het project was een groep kleine eilanden in de zee. Elke kunstenaar kreeg zijn eigen eiland om creatief mee aan de slag te gaan. Er waren 16 kunstenaars en 16 eilanden. Wij mochten gedurende twee weken gebruik maken van het eiland, met uitzondering van het slotweekend wanneer de eilanden voor het publiek toegankelijk werden gemaakt met boottochten en rondleidingen. Dit was tijdens het tweede jaar van mijn verblijf in België, en mijn dagelijkse routine bestond toen uit contact met talloze docenten, het bijwonen van HISK feestjes en het voeren van discussies. Vandaar dat het mij goed uitkwam om al dat gepraat even op pauze te zetten. Ik schreef het Manifest, verhuisde naar het eiland en stopte met praten gedurende 15 dagen.

KK:
Kan je het Manifest openbaar maken?

MM:
15 dagen van stilte
15 dagen, het meest waardevolle dat ik kan doen is stil zijn.
15 dagen, ik schakel mijn computer en gsm uit.
15 dagen, ik leef alleen in de natuur.
15 dagen, ik vergeet mijn dagelijkse ritme.
15 dagen, ik sta op bij zonsopgang.
15 dagen, ik lees zeven boeken
15 dagen, ik kook en was mijn kleren zelf.
15 dagen, ik wuif naar elke voorbijvarende boot.
15 dagen, ik maak mijn eigen fouten.
15 dagen, ik ga elke dag zwemmen.
15 dagen, ik respecteer het geschreven woord en verspil het niet.
15 dagen, ik focus op het heden en vergeet verleden en toekomst.
15 dagen, ik ga slapen bij zonsondergang.
15 dagen, ik draag warme kleren in koude nachten.
15 dagen, ik schrijf alles neer zonder er te veel over na te denken.
_

MM: Dit werk kwam tot stand tijdens mijn verblijf op het verlaten eilandje in Noorwegen. Ik besloot de hele periode in stilte door te brengen. Enkel het hoogstnodige en 7 boeken had ik bij me. Ik maakte voor mezelf een hut en begon aan mijn leescyclus. Ik las elke dag en nam notitie van de meest sprekende ideeën. Later, om niet te veel afstand te nemen van mezelf, besloot ik om het lezen af te wisselen met fysieke activiteit. Op die manier is ‘the circle of reading’ ontstaan (“Круг чтения” is ontleend aan Lev Tolstojs gelijknamige boek). Dagelijks schreef ik urenlang aan de kustlijn –op de plek waar de zee het land raakte- mijn meest recente nota’s neer. Cirkel na cirkel strekten mijn schrijfsels zich uit rondom het eiland, en werden al gauw uitgewist wanneer de golven aan de rotsen likten, plaats makend voor nieuwe schrijfsels.

KK:
A Circle of Readings, Riga, 06.12.2012 was in feite een voortzetting van dat bewuste Manifest. Het werd een opdracht voor jou, een soort van praktijk om dagelijks te beoefenen. In de beschrijving van het werk vermeld je dat je dit ritueel startte om je af te leiden van jezelf. Welke invloed had de stilte en het alleen zijn op jou?

MM:
Stilte is een organisch deel van mezelf, alsook een noodzaak, en ik voel me heel goed in die staat van zijn. Tijdens het verblijf op het eiland stimuleerde het andere manieren van expressie. Ik luisterde en stond open voor wat er allemaal gebeurde. Ik kan me geen enkel ander moment herinneren waarin ik zoveel boeken las of brieven schreef. Je bent geneigd om in een innerlijke tijdlus gevat te raken wanneer je alleen bent. De boeken hielpen me om mijn dagelijkse leven en informatieruimte te organiseren. Het was een manier om mijn denkpatroon te verruimen en een gezonde afstand van mezelf te bewaren. De tijd die je alleen doorbrengt, verglijdt op een andere manier; monolithisch zonder onderbrekingen. Aan het einde van elke stiltedag tekende ik een lijn boven mijn deur. Hoe gek het nu ook mag klinken, het was werkelijk een manier om de dagen in stilte doorgebracht van elkaar te onderscheiden.

KK:
A Circle of Readings, Riga, 06.12.2012, was een manier voor jou om te lezen en eindeloos synopsissen neer te pennen op het eiland. Welke boeken had je meegenomen? Welke nam je dagelijks ter hand en welke bleven onaangeroerd staan, en waarom?

MM:
Ik had 7 boeken bij me: twee volumes van Wise Thoughts for Every Day van L.Tolstoj; Oxford Advanced Learner’s Dictionary; Epiphanies van Imants Ziedonis; The Tokyo-Montana Express van Richard Brautigan; 104 Stories van Thomas Bernhard; Of Walking in Ice van Werner Herzog; en Faserland van Christian Kracht. In het begin probeerde ik ze gelijktijdig te lezen, per fragment. Hoe meer de tijd verstreek echter, las ik boek per boek van begin tot einde. Herzogs Of Walking in Ice en Brautigans The Tokyo-Montana Express waren zeer inspirerend door hun dagelijkse lichtheid en fundamentele opmerkingen. Tolstojs Wise Thoughts was een zwaargewicht dat nogal wat rationeel denken vergde om niet in melancholie te verzinken. Het is een heel waardevol boek maar net zoals het Oxford woordenboek enkel geschikt voor fragmentarische leessessies. Van Ziedonis’ Epiphanies hield ik enorm, maar het was ietwat te romantisch in die situatie. Het enige boek dat ongeopend bleef was Faserland, omdat ik een dag stilte te kort kwam. Al deze boeken werden uit de context gehaald van mijn boekenplank, chronisch tijdgebrek en een lange tijd al de wens om ze te lezen.

KK:
Hoe reageerde de lokale gemeenschap op jouw beslissing om naar het eiland te verhuizen?

MM:
Eerst was er grote verwarring over mijn verblijf op die rots in de zee, nog gesterkt door mijn stiltebod. De kleine hut waarin ik nestelde, zou eigenlijk in zee kunnen gespoeld zijn als er een hevigere storm had opgestoken. Gelukkig zijn de stormen minder heftig in de zomer. De lokale belangstelling was tamelijk groot en mijn stilte vormde geen struikelblok voor de communicatie, die soms als volgt plaatsgreep: iemand die uit een boot riep, en ik die schreef op de klif. Toen een moeder en haar dochter op een dag met hun kano aanmeerden met verse aardbeien voor me, dat was een fijn moment. Ik schreef “dankjewel!” op de klif.

KK:
Dergelijke eilanden worden gebruikt als weide voor schapen. Na een tijd werd jouw eiland bevolkt door een moederschaap en haar jonk. Je probeerde zoveel mogelijk contact te vermijden om niet gehecht te geraken. Er waren tenslotte belangrijkere dingen te doen voor jou daar. In tegenstelling tot jou werden de schapen niet gehinderd door dergelijke resoluties en gedroegen ze zich heel nieuwsgierig. Ze volgden in je voetsporen.

MM:
Klopt. Het is de habitat van wilde noordelijke schapensoorten die daar door lokale boeren worden gekweekt. De schapen zijn bestand tegen het strenge weer en kunnen overleven op een rotseiland met enkel mos als voedselbron. Het grootste deel van het jaar leven ze in het wild en worden maar een keer per jaar geschoren. In het begin waren ze bang van mij en omgekeerd. Naarmate de tijd echter vorderde, begonnen de schapen mijn dagelijks patroon te volgen en verscholen ze zich achter mijn hut als het stormde. Nog later aanvaardden we elkaar volledig en jaagden elkaar het hele eiland achterna.

KK:
Ik zal nooit het telefoongesprek vergeten van 13 Aug 2012 om 1u01. Ik probeerde in te slapen wanneer de telefoon rinkelde, er was stilte aan de andere kant van de lijn. De vijftiende dag van jouw stilte was voorbij dus belde je meteen rond middernacht, maar je kon geen woord uitbrengen. Onlangs vertelde je me dat je een paranoia-aanval had op het eiland uit angst dat je nooit meer zou kunnen spreken.

MM:
Na een zevental dagen waren voorbijgegaan begon ik te denken dat mijn stembanden zouden atrofiëren en dat ik fysiek niet meer in staat zou zijn om ooit nog te kunnen spreken. Ik herinner me dat als enig moment waarop ik een zacht geluidje uitte om mezelf gerust te stellen dat ik daartoe nog in staat was.

KK:
Ben je er in geslaagd om elk punt van je Manifest na te komen? Wat haalde je uit deze ervaring, welke conclusies en openbaringen heb je eruit gehaald?

MM:
Ik heb het niet geanalyseerd, maar ik denk van wel. Al voor aanvang van het project wist ik dat je niet naar een eiland moet gaan om iets te veranderen, een eenvoudig besluit daartoe volstaat. Ergens aan verzaken en uit de weg gaan leidt vaak tot het tegenovergestelde – ruimte en tijd winnen voor iets nieuws.

KK:
Je zou er voor gekozen kunnen hebben om de documentatie van A Circle of Readings te tonen – dat ritueel dat je dag na dag uitvoerde op het eiland. In de plaats daarvan koos je er voor om de ervaring nog een keer te herhalen in het kader van seven Thursdays, een minder evidente keuze.

MM:
Dat was een gevolg van onze conversaties. We beslisten om A Circle of Readings heroptevoeren als een performance met klimmershaken. Dezelfde synopsissen die ik de een na de andere neerschrijf op de rotsige kustlijn werden geschreven door op de muren van de tentoonstellingsruimte te klimmen. Terwijl ik dit deed op het eiland hield ik van de mix die dit streven inhield: terwijl gedachten al schrijvend rond de kustlijn lopen, moet je jezelf fysiek in evenwicht houden om niet in het water te vallen. Ik herinner me hoe de herhaling van de teksten samenviel met de fysieke inspanning, wat na verloop van tijd een specifieke vorm van trance en euforie veroorzaakte. Dit is de reden waarom de herhaling van het schrijven op de vertikale wanden van een tentoonstellingsruimte een logische continuering was van die fysieke en mentale oefening.
_

Kleurwerken

KK:
Voor zover ik mij kan herinneren, is het begonnen met de dikke mist die we zagen op weg naar Kalnciems, in de zomer van 2012. Je stopte de auto en dook letterlijk in de weide. Dat bracht je later op het idee om te focussen op de kleur van die observatie, en je kocht een kleurpalet dat je nu elke trip meeneemt.

MM:
Om eerlijk te zijn herinner ik me dat voorval niet zo helder, maar het is interessant dat jij dat wel doet. Het klopt dat ik op een bepaald moment de Pantone kleurkaart als een soort van dagboek ben beginnen gebruiken, waarbij een bepaalde kleurschakering gelinkt aan een bepaalde natuurobservatie kan ingezet worden als herinneraar aan een bepaalde ervaring. Eigenlijk zijn we momenteel aan een tentoonstelling aan het werken waar we negen kleuren in opnemen die verwijzen naar bepaalde gebeurtenissen uit de voorbije twee jaar.

KK:
De eerste keer dat het kleurpatroon werd gebruikt, was tijdens jouw reis naar het eiland in Fitjar. Toen je terugkeerde had je al een kleine verzameling kleuren die elk refereerden naar een deel van de tijd die je op het eiland doorbracht. Een daarvan is PANTONE 5803 – Ginger Tea, Fitjar, 07.08.2012. Nadenkend over dit werk, probeer ik me altijd in te beelden wat er werkelijk is gebeurd. Was je bang? Een zo goed als niet bestaande link naar de wereld daarbuiten, een drijvende postbus in het water en een gedemonteerde telefoon voor het geval er iets zou voorvallen.

MM:
Mensen uit de buurt hadden me lange tijd gewaarschuwd dat ik grote risico’s nam door mijn kleine hut zelf te bouwen op dat kleine eiland omwille van het stormgevaar. Wanneer ik een storm zag opkomen ondersteunde ik mijn hut met palen. Dit kon niet voorkomen dat mijn hut helemaal gehavend raakte toen de storm voortraasde. Ik probeerde kalm te blijven, maakte thee en koos een passende Pantone daarbij. Toen ik ging slapen kon ik alleen maar hopen dat het beter zou gaan.
_

Tempo di Viaggio

KK:
Tempo di Viaggio. San Gregorio Da Sassola, 28.09.2011. was een trip samengesteld rond een route van persoonlijke interesses. We vatten het plan op om de plek te zoeken waar Andrei Tarkovsky’s Nostalgia was gefilmd en het met eigen ogen te aanschouwen. Nadat we zijn dagboek hadden gelezen, voegden we aan de reisroute de plaatsen toe waar hij had geleefd en reisden we door Italië. We vonden een paar oude foto’s die ik ooit had gekocht in een antiekwinkel in Kr.Baronastraat met eilandzichten uit Italië. We hadden graag heel wat meer gevonden zonder aanwijsbare reden, enkel voor onszelf. De lijn doortrekkend, vormden de indrukken van die reis een basis voor een hele reeks werken. Vertel ons eens over wat jij persoonlijk betekenisvol vond tijdens deze reis.

MM:
We kochten tickets naar Rome. Daar huurden we een auto, wat ons heel wat vrijheid verleende gedurende de reis. Ik had een uitgeprint Google Maps blad mee, waarop met stip stond aangeduid welke plekken mogelijk overeenstemden met wat op de foto’s was te zien en wat vermeld werd in zijn dagboek. Het was in zekere zin een soort van archeologie van het boek. Elke ochtend na het ontbijt bepaalden we de route van de dag. Vaak gingen we er van uit dat de situatie ons wel naar een plek die we wensten te zien zou leiden. Het leek ongelooflijk toen we de ruïnes zagen van de kerk waar ooit de laatste episode van Nostalgia werd gedraaid, in het bijzonder omdat deze film op een bepaald moment zo inspirerend was geweest voor ons. Ik vond zopas een nota terug van 30 september 2011, gemaakt tijdens de trip naar Napels:

‘Eten 10
Ijsjes 5
Parking 6
Broodje 4
Fotofilm 3
Camping 23’

KK:
Welke plek liet de meest diepe indruk na op jou?

MM:
Ik denk dat het de plek die Tarkovsky in zijn dagboek schetste, enkele dagen voor hij stierf, met het onderschrift “een huis dat ik nooit zal zien”. Het was zijn eigen huis dat hij niet meer kon afwerken. We spendeerden de meeste tijd om dat huis te vinden. Het enige dat we wisten was dat het zich bevond in een dorp genaamd San Gregorio Da Sassola. We hadden enkel een foto waarop Andrei en Larisa* voor het huis stonden. Na een tijdje zoeken en rondvragen bij de lokale bewoners die geen woord Engels spraken, ontmoetten we plots een 15-jarige jongen die de plek kende. Het lag in een nabijgelegen park en was volledig omheind. Hij bracht ons uiteindelijk naar de poort en het vertrouwde beeld openbaarde zich, een laan omzoomd met bomen die leidde naar een klein bakstenen gebouw met een pannendak. Die dag werden de bomen gesnoeid waardoor de poort open stond. Na Andrei’s dood verkocht Larisa het huis, en die dag ontmoetten we de vrouw die het huis had gekocht.

Pomelo Leaf. New York, 01.05.2012. and The Tree of Jonas and George. New York, 07.05.2012.

KK:
Beide werken zijn opgedragen aan de bomen die op verschillende tijdstippen en onder diverse omstandigheden zijn geplant door sleutelfiguren uit die tijd. Beide zijn geplant in de stad New York. We waren in New York in april en mei 2012 en jij ging op zoek naar de bomen. Deel die verhalen eens met ons!

MM:
Op weg naar New York dacht ik aan twee verhalen die ik eerder had gehoord. Het eerste was een verhaal over twee bomen die illegaal geplant waren door Jonas Mekas en George Maciunas in Wooster Street 80 in het begin van de Fluxus periode. Dat was in het toenmalige industriële Soho, dat geleidelijk aan werd ingenomen door kunstenaars in de jaren ’60. George Maciunas nam twee bedreigde bomen weg van een bouwsite en plantte hen op het pad naast de plek waar hij woonde. De volgende dag kwamen twee politieagenten naar Jonas Mekas die daar ook woonde en eisten dat de illegaal geplante bomen werden weggehaald. Mekas ging naar de kelder, lichtte Maciunas van zijn bed en gaf de boodschap door. Maciunas reageerde dat de agenten de bomen dan maar zelf moesten verwijderen. Gewapend met zijn Bolex camera ging Mekas de boodschap overbrengen aan de agenten. Na een tijdje ging de politie weg en keerde niet meer terug. Het tweede verhaal gaat over een eik die geplant werd op West 22nd Street door Dia Art Foundation – een voortzetting van Joseph Beuys’ project 7000 Oaks. Tijdens Kassel Documenta in 1982 startte Beuys het project met als doel om 7000 bomen te planten, geflankeerd door basaltstèles. Het concept van Beuys was de creatie van een symbolische, sociale en zelftransformerende sculptuur waarbij de basaltstèle onveranderd blijft terwijl de bomen elk jaar verder uitgroeien.

KK:
Hoe materialiseerden beide verhalen zich in jouw werk? Een pomelo blad groeide uit de eik van Beuys?

MM:
Ik heb de bladeren van beide bomen bewaard in een herbarium. De bladeren van Jonas’ en George’s bomen heb ik ingekaderd naast enkele foto’s van de plek. Beuys’ bladeren heb ik verwerkt in een verhaal dat ik samenstelde over een voorbijganger met een pomelo in een zak. De beschrijving van beide werken kwam tot stand toen ik mij de momenten herinnerde waarop ik de bomen observeerde vanuit de overkant van de straat. Auto’s, honden, mensen, alles gaat voorbij en verandert, en enkel wijzelf dringen betekenis op aan dingen.

KK:
Onlangs kwamen we te weten dat de bomen geplant door Jonas en George zijn gerooid.

MM:
Ja, onlangs toen ik naar het originele verhaal van Jonas Mekas zocht, stuitte ik op documentatie over het einde van het verhaal. Het herbarium dat ik bijhield kan dus alleen dienen als een getuigenis van de bomen, die nu enkel nog bestaan in verhalen en herinneringen.
_

Belt. Brussels, 08.06.2012. and Lemur. Riga, 22.07.012.

KK:
Het werk Belt, Brussels, 08.12.2012. kende een tegenhanger in jouw oud archief ‘Inspire’ waarin amusante en inspirerende foto’s figureerden, uit 2007 of 2006, of nog vroeger. Na verloop van tijd vond je een gelijkaardig beeld.

MM:
Inderdaad, ik stuitte uiteindelijk op de slang.

KK:
Ha ha.

*Larisa Tarkovskaya, Andrei Tarkovsky’s echtgenote

20.01.2014